Picnic is een commercieel bedrijf, waarom zouden jullie de Nederlandse overheid willen helpen? 
“Natuurlijk is het niet onze hoofdtaak om de Nederlandse overheid te helpen, maar als Nederlands techbedrijf hebben wij het beste voor met Nederland. Wij hebben, net als andere bedrijven, enorm veel data en kennis in huis waar de Nederlandse overheid van kan profiteren. 

Nederland is een land dat altijd voorop heeft gelopen qua innovatie. Nederlandse bedrijven die in de vorige eeuw groot zijn geworden hebben de wereld veranderd en hebben Nederland veel gebracht. Maar sinds de uitvinding en volwassenwording van het internet is het tijd voor een volgende golf aan innovaties. En daar loopt Nederland niet meteen voorop, terwijl ook dit ons land weer enorm veel kan brengen.” 

Hoe komt dat? 
“Tech en e-commerce zitten soms nog in het verdomhoekje, terwijl de potentie voor de samenleving en het bedrijfsleven enorm zijn. Sommige vragen die wij krijgen over e-commerce wijzen op weinig besef hiervan en de framing over het werk in  bijvoorbeeld distributiecentra - alsof e-commerce niet leuk is - gaat voorbij aan de tienduizenden mensen die in deze sector carrière maken en juist in een technologische omgeving willen werken.
  
Ook het beleid waardoor het voor buitenlandse studenten lastiger wordt  om in Nederland een technische studie te volgen draagt hieraan bij. Dit maakt Nederland minder aantrekkelijk en zorgt ervoor dat slimme mensen in andere landen terechtkomen, naast het feit dat Nederlandse studenten de internationale context juist interessant vinden.” 

Kun je een voorbeeld geven van iets waar Picnic de overheid zou kunnen ondersteunen? 
“Een heel praktisch en herkenbaar voorbeeld is de data die wij uit onze karretjes aflezen. Wij komen elke week in alle straten en weten bijvoorbeeld precies welke kruispunten in steden onoverzichtelijk zijn, omdat onze Runners daar opvallend vaak extra hard remmen. Of waar en op welke tijdstippen onze karretjes in files terechtkomen. Allemaal zaken waar bij de (her)inrichting van steden rekening mee gehouden kan worden als we de beschikbare data gebruiken.” 

Wordt er nu helemaal niet samengewerkt? 
“Dat verschilt een beetje per ministerie. Het hangt van het dna af of nieuwe technologieën als een kans of als een bedreiging worden gezien. Een open vizier is denk ik in de huidige tijd waarin zoveel veranderd sowieso een goede houding lijkt me.” 

Hoe kijk je naar de toekomst van Nederland als techland? 
“We moeten tech omarmen als land omdat het alleen maar een belangrijkere rol gaat spelen in onze levens. Stimuleer studenten, van MBO tot WO, om een technische richting te kiezen. Wat je nu ziet is dat er een quotum zit op veel technische opleidingen omdat ze relatief duur zijn. Dat is het tegenovergestelde van wat er moet gebeuren! We moeten juist een limiet stellen aan het aantal studenten voor andere, minder relevante opleidingen.  

Daarnaast moeten we innovatie stimuleren. Natuurlijk bouwen wij ons volledig geautomatiseerde distributiecentrum in Utrecht in eerste instantie voor onszelf. Maar er gaat technologie en innovatie onder schuil die wereldwijd ongekend is en die in andere toepassingen te gebruiken is door overheden. Belangrijk is dat de overheid ervoor openstaat en dan volgt het begrip vanzelf.”