Vanuit Leiden en Boston gebeurt dat door de wetenschappers van Leyden Labs, op basis van een idee dat in een tuin in Leiden tot leven kwam.  

Middenin de pandemie kwamen wetenschappers en ondernemers Jaap Goudsmit, Ronald Brus, Koenraad Wiedhaup en Dinko Valerio bij elkaar om allemaal vanuit hun eigen expertise na te denken over een oplossing voor de pandemie. Zij bouwden voort op tientallen jaren van ervaring en bestaand onderzoek van Crucell: vaccins werken goed tegen virussen die al in het lichaam zitten. Maar wat als je de virussen bij de poort al kunt tegenhouden? 

De meeste virussen komen het lichaam binnen via de neus en mond. Het idee voor een neusspray was geboren. De initiatiefnemers gingen hard aan het werk, en binnen de kortste keren werd Leyden Labs opgericht. Mede-oprichter Koenraad Wiedhaup vertelt waar het bedrijf nu staat. “Gelukkig kregen we snel goede investeerders aan boord, die ook wetenschappelijk onderlegd zijn. Daarom snappen ze wat wij doen en helpen ze ons op een fantastische manier. We hebben inmiddels 70  enorm slimme mensen bij ons werken. Het grootste deel van ons onderzoek doen we naar de slijmvliezen. Op basis daarvan kunnen we onze interventies ontwerpen. We hebben een goed product dat nu in de testfase zit. Dat betekent dat we onze spray ook op mensen zullen testen.” 

Leyden Labs werkt niet alleen aan een middel tegen coronavirussen, maar ook aan een neusspray tegen ‘gewone’ griepvirussen. Wiedhaup vertelt, “Er zijn miljarden verschillende ziekteverwekkers, daar kunnen we natuurlijk niet allemaal een oplossing tegen vinden. Gelukkig zijn er een stuk minder virusfamilies die gevaarlijk zijn voor mensen en ook overdrachtelijk zijn van mens op mens. Juist die kunnen we met onze technologie heel goed bestrijden.” 

Leyden Labs opereert vanuit voor het grootste deel vanuit de thuisbasis in Leiden. Zeker tijdens de periode waarin de wereld op slot zat door het coronavirus bleek Nederland een uitstekende locatie om een bedrijf in de Life Sciences te starten. “Ten eerste hebben we hier enorm veel talent en een geweldig academisch klimaat. Daarnaast zijn er betrokken investeerders te vinden en zit er in een relatief klein gebied heel veel kennis. Nederland, zeker samen met België, is één van de belangrijkste wereldwijde hubs op dit gebied. Daar mogen we best wat trotser op zijn als land. De impact die wij vanuit Nederland maken is niet te onderschatten.”